CEBO Metselmortel met kalk is een industrieel vervaardigde cementgebonden droge mortel, conform NEN EN 998 2: specificaties voor mortels voor metselwerk – deel 2: metselwerk. Deze mortel bevat hydraulische kalk. Deze metselmortel voldoet aan sterkteklasse M5.
Toepassingsgebied
CEBO Metselmortel met kalk voldoet aan sterkteklasse M5 en morteltoepassingstype A en B. Voor algemene toepassing (G) voor muren, kolommen en scheidingswanden. Deze mortel is geschikt voor het metselen van normaal tot sterk zuigende stenen (klasse IW3/IW4) evenals Keramische binnenmuurstenen met voegdiktes van 8 tot 15 mm. Voor het metselen van zeer sterk zuigende stenen (kalkzandsteen, cellenbeton, enz.) en voor zeer zwak zuigende stenen (klasse IW1, IW2) dienen aangepaste mortels gebruikt te worden.
Gebruiksaanwijzing
Voorbereiding
De ondergrond moet stabiel en vrij zijn van stof, vet en/of losliggende (bouw) delen die de hechting nadelig kunnen beïnvloeden. De sterkte en de zuiging van de stenen bepaalt voor een groot gedeelte de hechtsterkte van de geplaatste mortel. Het gebruik van te droge of te natte stenen kan tot een slechte verwerkbaarheid en/of een slechte hechting leiden. In het algemeen gelden de volgende aanbevelingen: sterk zuigende en/of droge stenen 24 uur voor de verwerking voldoende bevochtigen.
Aanmaak
Doseer de inhoud van de zak van 25 kg in een schone kuip of speciemolen. Voeg eerst 75% van de totale hoeveelheid schoon leidingwater toe. Meng grondig, bij voorkeur met een mechanische menger, gedurende minstens 3 minuten tot een homogene plastische metselspecie verkregen wordt. Voeg tijdens het mengen stapsgewijs het restant aan water toe tot de gewenste consistentie verkregen is. Bij handmatig mengen dient minstens 5 minuten intensief gemengd te worden.
Verwerking
De stenen ‘vol en zat’ metselen zodat zowel de lint- als stootvoegen goed gevuld zijn. De voegen uitkrabben als het metselwerk nog gevoegd gaat worden. Het mengsel dient binnen de 2 uur verwerkt te worden bij een omgevingstemperatuur tussen 5°C en 30°C en mag niet meer vermengd worden eens de binding is ingetreden. De omgeving evenals ondergrond en stenen dienen minstens 24 uur voor en na gebruik vorstvrij gehouden te worden. Vermeng geen oude en verse specie.
Nabehandeling
Bescherm het verse metselwerk tegen (slag)regen, vorst en uitdroging door tocht of hitte. Dit kan door bijvoorbeeld de aangebrachte specie af te dekken met een folie.
