Welke maatvoering van verloop heb ik nodig?
In deze blog leggen we stap voor stap uit hoe je de juiste maat bepaalt, wat begrippen zoals ‘mof’ en ‘spie’ precies betekenen, welke materialen er zijn, en hoe je voorkomt dat je het verkeerde verloop aanschaft.
Wanneer je een kachelpijp wilt aansluiten en hiervoor een verloop nodig hebt, is het belangrijk om goed te weten welke maatvoering je nodig hebt. Verloopstukken zorgen ervoor dat verschillende diameters van kachelpijpen goed op elkaar aansluiten – denk bijvoorbeeld aan de overgang van een kleinere buis naar een grotere, of van enkelwandig naar dubbelwandig. Ook bij de aansluiting van een kachelpijp op een schoorsteenkap of bij een doorvoer door muur, dak of plafond speelt een verloopstuk een belangrijke rol. In die gevallen ben je zelfs verplicht om over te stappen op een dubbelwandige pijp om brandgevaar te voorkomen.
Hoe meet je de juiste maat voor een verloopstuk?
Het begint allemaal met het opmeten van de juiste diameters van je kachelpijpen. Hiervoor heb je een meetlint of schuifmaat nodig. Meet eerst de diameter van de bestaande aansluiting (bijvoorbeeld van je kachel of rookkanaal) en de diameter van de nieuwe buis die je wilt aansluiten. Houd daarbij rekening met zowel de binnenmaat (inwendig) als de buitenmaat (uitwendig). Een verloopstuk moet immers op de ene pijp vallen en over de andere heen schuiven. Noteer beide diameters zorgvuldig, zodat je bij het kiezen van een kachelpijp verloop precies weet welke afmetingen je nodig hebt.
Let op: op veel kachels staat aangegeven wat de minimale vereiste diameter is voor een veilige rookgasafvoer. Ga hier niet onder zitten, want een te smal rookkanaal kan zorgen voor verminderde trek en een minder efficiënte verbranding.
Wat is een mof en wat is een spie?
Bij kachelpijpen en verloopstukken wordt vaak gesproken over ‘mof’ en ‘spie’. Een mof is het deel van een buis of verloopstuk dat over een andere buis heen schuift – deze heeft dus een iets grotere diameter. De spie is juist het deel dat ín een andere buis valt – deze is iets smaller. Het is belangrijk dat je weet welk deel van jouw bestaande aansluiting een mof of spie is, zodat het verloopstuk op de juiste manier past. Veel fouten ontstaan doordat men denkt dat een buis aan de buitenkant wordt aangesloten, terwijl het verloop juist in de buis moet vallen (of andersom). De juiste aansluiting voorkomt rooklekkage en zorgt voor een veilige installatie.
Onderste aansluiting: meet de binnendiameter én buitendiameter
Begin bij de onderste buis, bijvoorbeeld je kacheluitgang. Meet hier zowel de binnendiameter als de buitendiameter. Het verloopstuk dat je gaat kiezen moet namelijk in of over deze buis passen. Als de onderzijde van je verloopstuk in de kachel moet vallen, kies je een verloop met een spie aan de onderzijde. Komt het verloop er juist overheen, dan heb je een mof aan de onderzijde nodig. Let dus goed op de richting van de aansluiting en welk deel van het verloopstuk waar komt.
Soms komt het voor dat een verloopstuk net iets te ruim zit. In dat geval kun je gebruikmaken van kachelkoord of hittebestendige kit om de kleine ruimte op te vullen en de aansluiting toch veilig en rookdicht te maken.
Bovenkant meten: verloop moet hieromheen vallen
Vervolgens meet je de diameter van de buis die bovenop het verloopstuk komt te zitten. Hier geldt hetzelfde principe: moet het verloop ín de pijp vallen (spie), of eromheen (mof)? Dit hangt af van het type buis dat je erop wilt aansluiten. Let bij deze stap ook op of je een overgang maakt van enkelwandig naar dubbelwandig – dit vereist namelijk een speciaal verloopstuk, vaak aangeduid als een onderaansluitstuk. Deze verloopstukken zorgen ervoor dat je een veilige overgang hebt zonder warmteverlies of rookterugslag.
Let op: verloopstukken van enkelwandig naar dubbelwandig zijn vaak merkgebonden, zoals bijvoorbeeld bij het systeem van Convesa. Controleer altijd goed of het verloopstuk aansluit bij jouw gekozen rookkanalen.
Verloopstukken enkelwandig naar enkelwandig
Binnen ons assortiment zijn ook verloopstukken verkrijgbaar voor enkelwandige kachelpijpen onderling. Deze verlopen hebben vaak een verbredende vorm, zodat je eenvoudig van een kleinere naar een grotere diameter kunt gaan. Let op: enkelwandige verloopstukken mogen uitsluitend gebruikt worden als ze in het zicht gemonteerd zijn. In andere situaties ben je verplicht om dubbelwandig materiaal te gebruiken vanwege de veiligheid.
Veelvoorkomende maten van kachelpijp verloopstukken zijn bijvoorbeeld:
-
130 mm naar 150 mm
-
125 mm naar 150 mm
-
180 mm naar 150 mm
-
200 mm naar 150 mm
Samenvatting en contactgegevens
Een goede aansluiting van je kachelpijpen begint met het nauwkeurig opmeten van de juiste diameters. Begrippen zoals mof en spie helpen je bepalen welk deel waar moet aansluiten. Meet altijd de binnen- én buitendiameter van de onderzijde, bepaal of het verloop erin of erover moet vallen, en kijk vervolgens naar de bovenste aansluiting. Houd rekening met de juiste materialen en pas waar nodig kit of kachelkoord toe. Bij een overgang van enkelwandig naar dubbelwandig is een onderaansluitstuk noodzakelijk, dat vaak afhankelijk is van het merk rookkanalen.
Kom je er toch niet uit? Wij helpen je graag verder.
Onze openingstijden:
Contactmogelijkheden:
